Al ruim vier weken geen bezoek ontvangen op je kamer in het verzorgingstehuis. Het is voor veel ouderen momenteel de dagelijkse realiteit. Er wordt veel gebeld en met wat hulp van de verpleging lukt Skypen en Facetimen ook wel. Maar het persoonlijk contact door elkaar echt te zien en te spreken, daar kan geen modern communicatiemiddel tegenop. 

Zwaaien naar familie
Om in deze bijzondere tijd een positieve bijdrage te leveren door mensen op een veilige manier tot elkaar te brengen, bedacht het bedrijf Riwal Hoogwerkers het project ‘Zwaaien naar familie’ op verschillende locaties in Nederland. Door plaats te nemen in de hoogwerker, vanzelfsprekend onder deskundige begeleiding en met inachtneming van de hygiëne maatregelen, kunnen familieleden op ooghoogte contact maken met ouders of grootouders in het verzorgingstehuis. 

Woonzorgconcern IJsselheem
Afgelopen vrijdag stond de Riwal-hoogwerker op de locatie van de Nieuwe Haven van Woonzorgcentrum IJsselheem in Zwolle. Met hulp van PEC Zwolle United is er contact gelegd met vrijwilligerscoördinator Hermien Mulder en die was gelijk laaiend enthousiast en ging er gelijk mee aan de slag om een programma in elkaar te zetten. “Bijna 20 bewoners hebben gedurende een kwartiertje even ‘in het echt’ een praatje kunnen maken vandaag. Dit is zo waardevol voor de mensen. Echt geweldig”. 

Van Rotterdam tot Zwolle
Ilse is speciaal uit Rotterdam naar Zwolle gekomen om met haar 98-jarige oma te babbelen. “Oma herstelt van een gebroken heup en dat gaat gelukkig goed. Ze begon helemaal te stralen toen ze me in de hoogwerker zag staan. Dit was zó de moeite waard”. 

Het Dordtse bedrijf Riwal – met een vestiging in Zwolle – voert het project uit op meerdere Zwolse locaties. Zo stond de hoogwerker vorige week bij Driezorg-locatie Rivierenhof en gaan ze ook nog langs bij de Kievitsbloem. “Voor sommige mensen is het best wel even spannend om met de hoogwerker omhoog te gaan”, zegt Matthijs Spies van Riwal. “Maar een praatje maken met je bejaarde moeder overwint al snel de angst en het is heel dankbaar om dit te mogen verzorgen.” 

Foto’s: Theo Smits